Donderdag 22 juli is de laatste werkdag vóór de vakantie. Om 18uur gaan de laptops dicht, en pakken we de laatste spullen in de auto. Op naar Makkum en de boot klaarmaken voor vertrek.
![]() |
Dag Vlieland Oost |
![]() |
Hallo Esbjerg @night |
Vrijdag 23 juli gaan we vroeg de haven uit en naar de Kornwerd sluis. Schutten en door naar het Wad. Er is weinig wind en voorlopig (?) blijft de motor bij. Het plan is dat we de Noordzee opgaan, en de rest van de dag een meer oostelijke koers kunnen varen. Daarna zou de wind gaan draaien van Noord naar Oost, en kunnen we een noord-oostelijke koers naar Denemarken gaan volgen. We hebben een beperkt weer-window, want er komt onweer en andere ellende aan, dan willen we niet midden op de Noordzee zitten. Doel is dus om zaterdagavond ergens in een Deense haven te zijn. Dan zien we weer verder. Als we ca 13:00uur de Noordzee op gaan boven Vlieland hebben we de hoop dat de motor uit kan en we zeilend verder kunnen. Maar al na een paar uur blijkt dat dat ijdele hoop is.
De golven remmen ons erg af, en kosten hoogte. De motor gaat dus weer bij, en motorzeilend gaan we de nacht in. Het valt 'snachts helemaal op hoeveel windmolenparken er inmiddels zijn op zee. Met name Duitsland heeft hele grote windmolenparken op zee, vooral tegen de Nederlandse en Deense grens aan.
Aan het begin van de nacht zou er een Oostelijke wind moeten staan, zelfs iets Zuidoost. Maar helaas, de wind is meer Noordoost. Tegen dus.
Het blijft motorzeilen en tegen de golven in. Niet de fijnste koers, en heel erg opschieten doet het ook al niet. Zaterdagavond hebben we dan ook de knoop doorgehakt dat de eerste haven Esbjerg gaat worden, en dat we dat hopelijk zaterdag vóór donker gaan redden. Esbjerg heeft een nieuwe jachthaven, en we hebben er geen goede kaarten van.
Goed, het is zaterdag zonsondergang als we de uiterton van Esbjerg naderen, maar dan is het nog zeker 1,5uur naar binnen. Het is dus pikkedonker als we de jachthaven indraaien. Gelukkig ligt de haven luw, en is ruim opgezet. We vinden een vrije box, knopen de boot vast, en nemen een aankomstbiertje. Ik (peter) ben er wel klaar mee en duik onder een warme douche. Slapen, en morgen verder kijken.
![]() |
4 witte mannen |
Zondag 24 juli : Esbjerg blijkt best aardig. Er is een strand, met een fiets/voetpad ernaast. Mooie villa's in de duinen en de blikvanger : de Mennesket ved Havet, ofwel metershoge beelden van 4 witte mannen die over zee uitkijken. Een blikvanger van jewelste, er zijn constant toeristen die de beelden fotograferen, selfies maken en op en rond de sokkels klimmen.
De nieuwe jachthaven zelf is hard op weg om een publiekstrekker te worden. Er worden wandelpaden en trappen aan de waterkant aangelegd, er is een uitkijktoren, een museum lichtschip dat bij Horns Rev heeft gelegen en er wordt een groot maritiem centrum gebouwd. Nu is het nog niet zover, maar je ziet waar ze heen gaan.
![]() |
Strandleven op Fanö |
De jachthaven is iets buiten het centrum, dus de vouwfietsen bewijzen hun nut weer. Esbjerg ligt achter het meest noordelijke waddeneiland, Fanø. De fietsen mee op de ferry naar Fanø dus, en een rondje over het eiland fietsen. Van de aankomst van de ferry is het ca 13km naar het zuidelijke Sønderho. Van daaruit blijk je langs/over het strand te kunnen fietsen en vooral autorijden. De Denen houden ervan om hun auto of camper aan zee te parkeren en van daaruit te recreëren. Zeker als we weer verder terug richting Rindby en Nordby komen, neemt het aantal auto's toe. Het zandpad wordt daar helaas ook ruller, en fietsen lukt niet meer. De laatste 500m moeten we de fietsen door het zand duwen.
Al met al een prima stopover onderweg naar het noorden. Maandag is er een zuidelijke wind, en is het tijd om verder naar het Limfjord te gaan. Bij Esbjerg naar buiten en door het Horns Rev kun je (net als op de Wadden) maar beter rekening houden met de stroming, dus de volgende ochtend om half 5 varen we de haven uit richting zee. Het waait nauwelijks, en de zee is vlak. We zien zeehonden de kop boven water steken, en ook een paar dolfijnen.
![]() |
Thyborøn beach |
Er is een weerwaarschuwing uitgegeven door de Denen, voor wolkbreuken en mogelijk onweer, maar gelukkig blijft dat boven het land en in de verte. Na 14 uur motorzeilen langs de kust, varen we op Thyborøn aan. Terwijl we de aanloop invaren duikt er een paar keer een grote dolfijn naast de kuip op.Verderop zien we dolfijnen spelen bij een toeristen boot. We hadden even onze handen vol en geen foto's maar gelukkig staan die wel op YT.
Als we binnen de haven komen is er wel een watersporter die niet wil dat je langszij komen (es tut mit leid aber...), maar gelukkig was er nog een hele grote box vrij. Lange lijnen uit de bakskist dus en klaar.
![]() |
Buitje bij Lemvig |
Thyborøn is vooral een plek om te overnachten als je laat het Limfjord binnenkomt, dus de volgende ochtend varen we verder naar Lemvig. Onderweg zeehondenkolonies op de droogvallende plaat, en ook een hele dikke regenbui. Gelukkig geen onweer. Het blijft ook donderdag nog regenachtig, dus toeristische activiteiten beperken zich tot de gang naar de uitstekende visboer, de super en de winkelstraat. 'sAvonds klaart het weer op, en lopen we langs de haven.
![]() |
Havenzangers in Lemvig |
Daar treden een soort acapella havenzangers op, en de toeschouwers zingen allemaal mee. De teksten worden ook uitgedeeld. Op drukke dagen blijken hier 300 man spontaan te staan zingen.
Onze super vriendelijke Duitse buurman (met een waanzinnig mooie mahoniehouten one-off, Tanga V) geeft ons suggesties voor fietsroutes en lunchtentjes op Fur, de volgende stop in het Limfjord. Eéntje kennen we al, de lokale brouwerij aan de westkant van het eiland hebben we in 2013 bezocht.
Vrijdag 30 varen we van Lemvig naar het eiland Fur. We hebben een stevige wind mee, en op de fok alleen en 17-22 knopen schijnbare wind, gaat SAGA met een mooi tempo door het fjord heen. De brug bij Oddesund draait nog maar 1 keer per uur, om kwart voor ieder uur. We gaan sneller dan verwacht, dus om kwart over 10 liggen we al voor de brug te draaien. Als we rond 10 uur door de brug zijn gaat de fok er weer uit, en halverwege de middag draaien we het vernieuwde haventje van Fur in. Er is een box vrij met de kop in de wind, en we liggen ondanks de harde wind heel rustig.
De haven is echt 2 keer zo groot geworden sinds we hier lagen in 2014. Fur is niet heel erg groot, dus zaterdag fietsen we langs de oostkant van het eiland langs de stranden en kliffen aan de noordkant en weer terug door het midden langs de steengroeve.
Van ons voorgenomen vertrek op zondag komt niks terecht. De wind is vlagerig met uitschieters naar 8 bft, dus niet super comfortabel. Artistieke eilanders
We blijven nog een dagje en nemen ons voor maandag naar Hals door te varen. Van daaruit kunnen we mooi door naar Zweden. We slaan o.a. Aalborg wel over, maar daar zijn we al vaker geweest.Het is een mooi stadje met veel terrassen en restaurants, maar dat is in deze Covid-19 tijd toch al niet zo'n goed idee. Zondag dus de bergschoenen aan en lopen naar de steengroeve. Wel via het terras van Cafe På Herrens Mark, waar ze lekker pannenkoeken hebben. Zoals met ijs en bramen, en zalm en broccoli. Steengroeve op Fur
![]() |
Steengroeve op Fur |
![]() |
Steengroeve op Fur |
Fur is een creatief en artistiek eilandje, en de lokale bevolking heeft bij huis nogal wat Galleri's. Deze worden aan de weg geadverteerd met een versierde vis. Verder een rustige dag, we vullen de watertank, doen een wasje en maken de boot schoon. Tijd om verder te gaan.